VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Tussenpersoon schond zorgplicht niet na brand op woonark

Geplaatst op: 16-08-2018, 12:57:21

Een assurantietussenpersoon is niet aansprakelijk voor de onvolledig gedekte brandschade op een woonark. De brand ontstond na laswerkzaamheden in de machinekamer. Het snijlassen werd uitgevoerd door de BV van de eigenaars van de woonboot. De aansprakelijkheidsverzekering bij Klaverblad dekte echter alleen het lassen van lege zeecontainers. De rechtbank in Den Haag acht de tussenpersoon niet verantwoordelijk voor de onjuiste dekking.

De casco- en inboedelschade op het schip werden deels vergoed door EOC Onderlinge Schepenverzekering. Deze maatschappij vergoedde in verband met onderverzekering echter niet het volledige bedrag. Daarom wendden de eigenaren van het schip (broers) zich tot Klaverblad, de aansprakelijkheidsverzekeraar van hun eigen BV.

Buiten lassen

De vader van de twee broers was de BV ooit begonnen en sloot daarvoor begin 2000 een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering af. Op het aanvraagformulier stond vermeld: “Betreft een onderhouds/herstel bedrijf voor zeecontainers. Hij last alleen buiten, lege containers.” In 2015 nemen de twee broers het bedrijf over van hun vader en wordt de polis omgezet. Bij de aanvraag wordt vermeld dat de activiteiten dezelfde blijven. Op het nieuwe formulier staat ‘containerherstel.’

Na het uitbreken van de brand in juni 2016, wijst Klaverblad de claim af omdat de oorzaak niet overeenkomt met de omschreven werkzaamheden. Klaverblad stelt dat aan het lassen van woonarken compleet andere risico’s verbonden zijn dan aan laswerkzaamheden in lege zeecontainers. Vanwege het hoge risico verzekert de maatschappij überhaupt geen las- en montagewerkzaamheden aan schepen.

Clausule

Klaverblad benadrukte overigens dat als de activiteit wél verzekerd was, zij dan nog steeds geen dekking zou verlenen. De clausule brandgevaarlijke werkzaamheden bepaalt dat alle brandbare materialen minstens 15 meter van de werkplek verwijderd moeten zijn, of met lasdekens moeten worden afgedekt. In de machinekamer stond nog een wasmachine, droger en een stellingkast met ordners. Volgens Klaverblad stuk voor stuk brandbare materialen.

Zorgplicht

De broers vonden voor de rechtbank dat de tussenpersoon verantwoordelijk is voor het feit dat zijn geen deugdelijke bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering hadden. De tussenpersoon kon echter hardmaken dat bij de bedrijfsovername slechts gesproken is over ‘containers lassen in de Rotterdamse en Amsterdamse haven.’ Als er al gesproken is over ‘lassen in de breedste zin’, dan heeft de tussenpersoon daaruit opgemaakt dat het slechts ging om het gebruik van verschillende lastechnieken.

De rechtbank oordeelt daarom dat de tussenpersoon zijn zorgplicht naar de BV niet heeft geschonden. Alle vorderingen van de broers werden afgewezen. Het lasbedrijf ging al in augustus 2017 failliet.

Bron: bijdrage van 15 augustus van Bart van de Laak op www.amweb.nl  

Vorige pagina